Door: Paul van der Heide
In de rij van vier columns over bedrijfstakpensioenfondsen (BPF) is deze laatste wellicht de belangrijkste. Wij onderscheiden twee soorten cliënten: ondernemingen die zijn aangeschreven door een BPF en ondernemingen die dreigen te worden aangeschreven door een BPF. U zult wellicht denken: waar zit dat verschil? Dat kan ik u wel verklappen, dat verschil zit in de uitkomst.
Geen twee zaken zijn hetzelfde
De eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat we van elke BPF zaak die we behandelen wel weer iets leren, geen twee zaken zijn gelijk. Soms is een BPF die een werkgever aanschrijft voor aansluiting op het verkeerde been gezet door een website of andere uitingen. Dan pareert de partij de zaak alsnog.
Een verweer tegen een fonds kan beslist ook veel gecompliceerder zijn. Zo schrijft bijvoorbeeld Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) een onderneming aan. De onderneming in kwestie organiseert allerlei sportactiviteiten in achterstandswijken, zo is op de website te lezen. De aanschrijvingsbrief van het fonds krijgt antwoord vanuit de onderneming, maar dat blijkt voor PFZW toch niet helemaal duidelijk te zijn. De pensioenadviseur van de onderneming bemoeit zich er uiteindelijk mee en deze gaat in overleg met het fonds.
Wat er mis ging is ons niet duidelijk, maar het fonds volhardt in haar standpunt. Er komt een advocaat bij die brieven gaat schrijven en uiteindelijk bij ons een werkingssfeerrapport opvraagt. Al snel blijkt dat de onderneming sportactiviteiten niet uitvoert, maar alleen de organisatie hiervan regelt. Het gaat hierbij om de opzet van de activiteiten en het opleiden van hulpverleners voor de uitvoering. Het enige dat de onderneming niet doet, is de activiteiten uitvoeren, daar leiden zij juist mensen voor op. Daarom blijkt dat de onderneming uiteindelijk niet onder PFZW valt. U zult denken: dat is dan mooi geregeld! Dat klopt, maar het had ook veel eenvoudiger en goedkoper gekund.
Vooraf risico’s onderkennen
Door ondernemingen te auditen op mogelijke werkingssfeer, worden de risico’s vooraf onderkend. Dan kan ook op voorhand een plausibel antwoord gevonden worden waarom bepaalde pensioenfondsen niet op de onderneming van toepassing zijn. Op het moment dat het pensioenfonds zich meldt, kan door de onderneming direct het goede en gemotiveerde antwoord gegeven worden. Dat scheelt niet alleen veel kosten, maar voor de ondernemer in kwestie ook heel veel stress. Daarnaast wordt het risico van een onterechte aansluiting kleiner. We komen regelmatig tegen dat ondernemingen aangesloten zijn bij een pensioenfonds, maar daar niet thuishoren. Het is beslist niet zo dat dat slecht is, maar het is wel jammer als het een kostenverhogend effect heeft.
Lees ook de voorgaande columns